In deze paragraaf wordt de vogelrijkdom van de Landschapszone Veessen-Wapenveld beschreven in kwantitatieve termen:
– het aantal soorten broedvogels,
– het aantal broedvogelterritoria,
– de broedvogeldichtheid en
– de verspreiding binnen de Landschapszone.
Het aantal soorten broedvogels, het aantal broedvogelterritoria en de broedvogeldichtheid (territoria per tien hectare) heeft zich in de periode 2018-2020 als volgt ontwikkeld:
Vogelrijkdom | 2018 | 2019 | 2020 |
---|---|---|---|
Aantal soorten broedvogels | 65 | 56 | 54 |
Aantal broedvogelterritoria | 509 | 578 | 686 |
Dichtheid (terr./10 ha) | 45,9 | 52,1 | 61,7 |
van territoria per 10 hectare. Landschapszone Veessen-Wapenveld. Periode 2018-2020.
Aantal soorten broedvogels
Het aantal soorten broedvogels is afgenomen van 65 soorten in 2018 via 56 soorten in 2019 tot 54 soorten broedvogels in 2020. Dit is een afname van maar liefst 17%. In totaal zijn in de periode 2018-2020 72 verschillende soorten broedvogels vastgesteld. Vele soorten komen slechts één of twee jaar voor als broedvogel. Het aantal soorten broedvogels is groot te noemen, zeker in vergelijking met een willekeurig vierkante kilometer cultuurlandschap.
Aantal broedvogelterritoria
Het aantal broedvogelterritoria is toegenomen van 509 territoria in 2018 via 578 territoria in 2019 tot 686 territoria in 2020. Dit is een toename van maar liefst 35%.
Dichtheid (terr./10 ha)
De dichtheid aan broedvogelterritoria nam toe van 45,9 territoria per tien hectare (ha) in 2018, via 52,1 per 10 ha in 2019 naar maar liefst 61,7 territoria per 10 ha. Dit is dezelfde toename van 35%. De broedvogeldichtheid is normaal voor een dergelijke vegetatiestructuur.
Verspreiding binnen de landschapszone
De vogelrijkdom kan ook in kaartbeelden (‘heatmaps’) tot uiting gebracht worden om de verspreiding binnen de Landschapszone te illustreren. Zowel voor de soortenrijkdom als voor de territoria en daarmee automatisch ook voor de broedvogeldichtheid (territoria per oppervlakte).
Het vogelrijkst in termen van aantal soorten, aantal broedvogelterritoria en daarmee ook de dichtheid zijn de restanten van bossen en de plantvakken waar de ontwikkeling van bos en struweel is beoogd.
De heatmaps ‘Soorten’ tonen voor 2018, 2019 en 2020 de relatieve verschillen in soortenrijkdom. De soortenrijkdom neemt van rood (soortenrijk), via oranje, geel en groen naar blauw (soortenarm) af. Het vogelarmst is de Landschapzone in het centrale deel, globaal tussen de Plakkenweg in het zuiden en de Revelingseweg/Breeweg in het noorden.



De meest opvallende verandering is dat ten gevolge van het kappen van een bosje bij het depot bij gemaal Doornbos de soortenrijkdom in dit depot van 2019 op 2020 een sterke terugval vertoonde. Een andere opvallende verandering is dat een aantal percelen in enkele jaren tijd veel vogelrijker zijn geworden. Dit geldt voor het perceel ‘grasland’, dat onder de hoogspanningsdraden tegen De Nijensteen aan ligt. Dit perceel is veel vogelrijker geworden door ‘verruiging’ met hoogopschietende kruiden en opslag van bomen en struiken. Hetzelfde geldt voor die delen van de Landschapszone waar ‘verbossing’ wordt beoogd en daartoe bomen zijn geplant binnen een afrastering. Vele bomen zijn dood gegaan, maar doordat er geen maaibeheer is uitgevoerd komt er toch opslag van bomen en struiken. De toenemende soortenrijkdom geldt met name voor de ‘plantvakken’ tussen de Assendorperstraat en de Kerkdijk.
De heatmaps ‘Territoria’ tonen voor 2018, 2019 en 2020 de relatieve verschillen in het aantal broedvogelterritoria ofwel de broedvogeldichtheid. De broedvogeldichtheid neemt van rood (vogelrijk), via oranje, geel en groen naar blauw (vogelarm) af.



De meest opvallende verandering is de vestiging van de Oeverzwaluwenkolonie. Ook is te zien dat in op allerlei plekken de broedvogeldichtheid toeneemt door de voorspoedige ontwikkeling van vogels van water, moeras en struweel. Bij het depot bij het gemaal Doornbos neemt de vogeldichtheid na het kappen van een bosje juist iets af.