Pioniervogels
Actuele vogelsoorten: Kleine plevier en Oeverzwaluw.
Deze vogelgroep omvat dus maar twee soorten vogels, de Kleine plevier en de Oeverzwaluw, een koloniebroedvogel.
Pioniervogels | 2018 | 2019 | 2020 |
---|---|---|---|
Aantal soorten | 2 | 2 | 2 |
Aantal territoria | 77 | 69 | 61 |
Dichtheid terr./10 ha | 6,9 | 6,2 | 5,5 |
Aandeel territoria % | 2 % | 11 % | 11 % |
De zeven territoria van de Kleine plevier in 2018 waren kenmerkend voor de pril opgeleverde landschapszone met korte, open vegetaties en kale grond, bijvoorbeeld langs de Groote Wetering en de pas gegraven poelen. Omdat de kale grond begroeid raakt, weten nog maar enkele Kleine plevieren stand te houden in de Landschapszone. Zoals in een depot met open vegetatie van het waterschap bij het nieuwe gemaal Doornbos. In 2019 en 2020 betreft het resp. vier en drie territoria. In 2020 zijn twee extra territoria aanwezig op maisakkers buiten de landschapszone.
In 2018 was de Oeverzwaluw als broedvogel aanwezig in het zanddepot langs de Kerkdijk, tussen de Groote Wetering en de Tolbrug. Hier groeven ten minste drie broedparen een nestholte uit. Dit gronddepot werd echter in mei 2018, middenin het vogelbroedseizoen, in opdracht van het waterschap geruimd. Hierdoor gingen deze natuurlijke broedplaats met broedsels en al verloren, wat zeer kwalijk is.
De kunstmatige Oeverzwaluwenwand ten noorden van de Breeweg is in 2017 gebouwd van betonelementen en een grondlichaam. Deze wand was in 2018 nog niet bezet. In 2019 vestigden zich wel 57 broedparen van de Oeverzwaluw in de wand. Aanvankelijk leek het er in 2020 op dat het de Oeverzwaluwen niet lukte om de de door het waterschap opgevulde broedgangen weer open te graven. Nadat leden van de vogelwerkgroep van de KNNV Epe-Heerde de kleigrond hebben vervangen door zavel, kon het broedseizoen dan toch beginnen. In 2020 nam dit aantal broedparen zelfs nog toe tot 76.
Hieronder wordt de huidige verspreiding van de Pioniervogels getoond:



Potentiële vogelsoorten: Oeverloper.
Voor andere pioniervogels is de landschapszone niet geschikt. Bij een goed onderhoud van de Oeverzwaluwen-wand blijft deze kolonie vast en zeker lang behouden. Wellicht is er ruimte voor een tweede kolonie, richting Veessen. Voor de Kleine plevier wordt de landschapszone waarschijnlijk langzaam maar zeker toch minder geschikt door successie van de vegetatie. Misschien blijven alleen de broedparen op maisakkers in de omgeving over?
